28 maart - Asia Times heeft uitgezocht waar de AT-4 anti-tankwapens vandaan komen, die regelmatig opduiken in de Turkse media als rechtvaardiging van de inval in Afrin. Sinds halverwege 2016 hebben de Turkse autoriteiten acht AT-4s in beslag genomen bij operaties tegen de PKK. Al deze wapens zijn aangetroffen langs de Iraakse grens in de bergachtige Turkse provincies Hakkari en Sirnak.
De AT-4 is een eenvoudig en goedkoop wapen dat in staat is tanks uit de periode van de Koude Oorlog uit te schakelen of een klein gebouw op te blazen. Ze zijn nog steeds in gebruik bij westerse legers. Het wapen is ontworpen in Zweden en ook in licentie geproduceerd in de VS.
Het onderzoek van Asia Times maakt op basis van lotnummers (serienummers voor een partij wapens) aannemelijk dat een van de in de media getoonde AT-4s waarschijnlijk deel uitmaakte van een partij van 2000 AT-4s die in 2015 aan het Iraakse leger is geleverd. De afgelopen drie jaar zijn ook 1000 AT-4s aan de Iraaks-Koerdische peshmerga verstrekt.
Zweden heeft inmiddels de VS om uitleg gevraagd, want zulke wapens vallen in het algemeen onder een overeenkomst voor het eindgebruik. Het antwoord van de VS was dat de licentieovereenkomst uit 1982 op basis waarvan de wapens geproduceerd zijn, dateert van voor de tijd van de overeenkomsten inzake eindgebruik.
Bron: Asia Times (Jospeh Ataman)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten