15 mei - De Wall Street Journal stelt dat het Turkse leger, dat vier keer een burgerregering uit het zadel heeft gelicht (1960, 1971, 1980, 1997), weer een sterkere machtspositie krijgt, terwijl president Erdogan bezig is zijn politieke tegenstanders uit te schakelen.
De Turkse generaals hebben zowel vorig jaar als vorige week een domper gezet op het plan van de president troepen de grens over te sturen om in Syrië een veilige zone in te richten voor burgers en de gewapende oppositie tegen president Assad. Terwijl ze proberen buiten de dagelijkse politiek te blijven managen de Turkse legerleiders wel de militaire kampanje tegen de Koerden en bewaken ze de betrekkingen met westerse bondgenoten.
De huiver van de generaals voor een Syrische expeditie heeft te maken met gebrek aan steun vanuit de VS en de NAVO en de risico's van een rechtstreekse konfrontatie met het Russische leger. Eind maart leidde de kontroverse zelfs tot geruchten in de Turkse media dat de regering Obama Erdogan ten val zou willen brengen. Opmerkelijk genoeg gaf de legerleiding terwijl Erdogan in Washington was een verklaring uit waarin de "ongefundeerde" spekulatie over een coup werd tegengesproken.
De in augustus benoemde chef van de generale staf, generaal Hulusi Akar, spreekt goed Engels en heeft in verschillende NAVO-funkties gediend, waar hij kontakten met zijn westerse collega's heeft gelegd.
Bron: The Wall Street Journal (Dion Nissenbaum)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten