29 juni - Spy Talk bericht over de inspanningen van Japanse inlichtingeninstanties om de waargenomen dreigingen vanuit China en Noord-Korea het hoofd te bieden. De specialist op dit gebied, Richard Samuels (MIT), vertelt dat er in de jaren 1990 en 2000 succesvolle hervormingen zijn geweest op het gebied van de consolidatie en coördinatie van het militaire inlichtingenwezen. In 1997 werd het Defense Intelligence Headquarters opgericht naar het model van de Amerikaanse militaire inlichtingendienst DIA. De technische collectie (afluisteren en spionagesatellieten) werd tussen 2000 en 2010 behoorlijk uitgebreid in een tijd dat militaire spanningen in Oost-Azië begonnen toe te nemen en Japan militair personeel uitzond voor stabliserings/vredesoperaties (onder meer in Irak samen met Nederland).
Onder premier Abe (2006-2007, 2012-2020) werd het verzamelen van buitenlandse inlichtingen hervormd en werd de HUMINT (menselijke informanten) in het buitenland uitgebreid. Maar vanwege weerzin tegen binnenlandse activiteiten van geheime diensten, die dateert uit de periode tot en met WO II, bleef binnenlandse contra-inlichtingen achter. Traditioneel wordt sinds de jaren vijftig contraspionage in Japan alleen bedreven door het Public Security Bureau (PSB) van de politie van Tokio, er is geen instantie die te vergelijken is met de FBI of MI5. Daarbij werkt de politie wel samen met een contra-inlichtingen eenheid van het ministerie van justitie, het Public Security Intelligence Agency (PSIA). Dit bureau is echter nog steeds verzwakt, doordat het de schuld kreeg onvoldoende aandacht te hebben besteed aan de terroristische plannen van de Aum sekte in de jaren negentig (twee aanvallen met sarin gas op de metro van Tokio).
Bron: Spy Talk (Matt Brazil)
Boek: Richard Samuels, Special Duty: A History of the Japanese Intelligence Community (Cornell University Press, 2019)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten