3 juli - President Biden heeft afgelopen oktober een Presidential Policy Memorandum (PPM) uitgevaardigd over de gevallen waarin drone-operateurs van de CIA en het leger geoorloofd zijn om een verdachte van terrorisme buiten een oorlogszone waar VS-militairen actief zijn aan te vallen. De order is nu met een aantal coupures gepubliceerd en vervangt een veel ruimer en flexibeler bevel dat president Trump in 2017 had gegeven.
De nieuwe order komt er op neer dat er "vrijwel zeker" geen burgers (non-combattanten) mogen worden getroffen en dat het "ondoenlijk" moet zijn om de verdachte gevangen te nemen. Er zijn volgens een anonieme regeringswoordvoerder nog twee landen - Irak en Syrië - die als oorlogszone gelden, waar veel ruimere kriteria gelden. De nieuwe regels gelden voor de andere landen waar Amerikaanse drone-aanvallen plaatsvinden: Afghanistan, Jemen, Libië, Somalië en de stamgebieden van Pakistan.
In de order neemt een orgaan van de National Security Council (NSC), de Restricted Counterterrorism Security Group (R-CSG) een belangrijke plaats in bij het adviesproces over drone-aanvallen dat uiteindelijk uitkomt bij de president. Tevens worden in de 15 blz. tellende tekst een aantal andere zaken geregeld, zoals over het nemen van gevangenen en de eventuele overdracht aan andere landen. Er wordt expliciet aangegeven dat Guantanamo Bay niet zal worden gebruikt om nieuwe gevangenen die vallen onder deze politiek te detineren.
Er is volgens de New York Times ook nog een tweede document gedeclassificeerd, een internationale contraterrorisme strategie
Bron: The New York Times (Charlie Savage)
National Security Memorandum NSM-13 on US International Counterterrorism Policy
Geen opmerkingen:
Een reactie posten